Zoeken
Job 39,27 - De gier bouwt hoog zijn nest - is dat een voorschrift van jou?
Obadja 1,4 - Al vliegt gij zo hoog als de arend en al bouwt gij tussen de sterren uw nest, Ik haal u nog naar omlaag - zo luidt de godsspraak van Jahwe.
Jesaja 34,15 - De pijlslang maakt er zijn nest, legt haar eieren en broedt ze uit. Zij breken open en de jongen kruipen in de schaduw bijeen. Het is een verzamelplaats voor gieren, zij vinden er elkaar telkens weer terug.
Habakuk 2,9 - Wee degene die woekerwinst maakt ten bate van zijn huis, om zich een nest te bouwen zo hoog, dat hij daarmee denkt te ontkomen aan de hand van het onheil.
Job 39,30 - Zijn jongen likkebaarden van het bloed: waar lijken zijn daar zijn ook gieren.
Spreuken 20,21 - Een bezit dat met gierigheid begonnen is zal zonder zegen eindigen.
Job 37,8 - de dieren kruipen weg in hun nest of blijven schuilen in hun hol.
Psalmen 104,17 - daar hebben de vogels hun nest, in hun kruin maakt de ooievaar woning;
Spreuken 27,8 - Zoals een vogel die wegvliegt van zijn nest, zo is een man die wegvlucht van zijn woonplaats.
Spreuken 7,15 - Daarom ben ik uitgegaan om jou te ontmoeten, om jou te zoeken, en ik heb je gevonden.
Evangelie volgens Matteüs 24,28 - Overal waar aas ligt zullen gieren zich verzamelen.
Jesaja 11,8 - de zuigeling speelt bij het hol van de adder, het kind strekt zijn hand uit naar het nest van de slang.
Jesaja 16,2 - Als vluchtende vogels, als een opgejaagd nest, drommen de vrouwen van Moab samen bij de voorden van de Arnon.
Deuteronomium 8,12 - En wanneer gij volop te eten hebt, mooie huizen bouwt,
Job 27,18 - Het huis dat hij bouwt blijkt spinrag een nietige hut op het veld.
Spreuken 14,1 - De wijsheid bouwt zich haar huis, maar de dwaasheid breekt het met eigen handen af.
Wijsheid van Jezus Sirach 34,18 - Op wie bouwt hij? Wie is zijn steun?
Ezechiël 16,34 - Het ging bij jou dus juist anders dan bij andere hoeren, want voor jou hoefde men geen moeite te doen: je gaf zelf geschenken en niemand hoefde jou geschenken te geven. Zo was het bij jou dus juist omgekeerd.
Ezechiël 16,60 - Toch zal Ik blijven denken aan het verbond dat Ik met jou sloot in de dagen van je jeugd; Ik zal er een eeuwigdurend verbond met jou van maken.
Wijsheid van Jezus Sirach 14,6 - Niemand is slechter dan hij, die zichzelf gierig behandelt: hij betaalt zelf het loon voor zijn slechtheid.
Hosea 8,1 - Zet de bazuin aan uw mond: Een gier hangt boven Jahwe's huis! Zij hebben mijn verbond overtreden, ze zijn ontrouw geworden aan mijn wet.
Joël 2,5 - Zij maken een lawaai als strijdwagens, die over de toppen der bergen razen; zij gieren als een laaiend vuur, dat de stoppels verslindt; zij zijn als een machtig volk, dat voor de strijd is aangetreden.
Micha 1,16 - Scheer u kaal, vrouw, snijd uw haren weg om de kinderen die uw vreugde waren, maak u zo kaal als een gier, omdat zij als ballingen van u weggehaald worden.
Habakuk 1,8 - Zijn paarden zijn vlugger dan panters en driester dan wolven bij avond; zijn ruiters komen aangestormd, zijn ruiters komen van verre, zij vliegen aan als de gier die duikt naar zijn buit.
Efesiërs 5,5 - Beseft het goed: geen ontuchtige of onreine of gierige wat hetzelfde is als een afgodendienaar heeft enig erfdeel in het koninkrijk van Christus en van God.
Psalmen 115,11 - Gij die de Heer vreest, bouwt op de Heer, - hun hulp en hun schild dat is Hij!
Spreuken 11,28 - Wie bouwt op zijn rijkdom komt ten val, maar de rechtvaardigen groeien als het jonge lover.
Hebreeën 3,3 - Hij is groter eer waardig gekeurd dan Mozes, voor zover namelijk de bouwer meer waard is dan het huis dat hij bouwt.
Judas 20 - Maar gij, dierbare vrienden, bouwt uw leven op uw hoogheilig geloof, bidt in de kracht van de heilige Geest,
Numeri 24,21 - Toen hij de Kenieten zag, hief hij dit lied aan: Uw zetel mag vast zijn en sterk, uw nest gebouwd op een rots,
Jeremia 22,23 - Ge moogt dan al op de Libanon wonen en nesten bouwen in ceders, kreunen zult ge als de pijnen u overvallen, kronkelen als een vrouw in haar weeën.
Evangelie volgens Matteüs 8,20 - Jezus sprak tot hem: “De vossen hebben hun holen en de vogels uit de lucht hun nesten, maar de Mensenzoon heeft niets waar Hij zijn hoofd op kan laten rusten.”
Genesis 49,8 - Juda, jou prijzen je broers;jouw hand drukt de nek van je vijanden neer,voor jou staan de zoons van je vader gebogen.
2 Samuel 10,11 - Hij zei: `Als de Arameeërs mij te machtig worden moet jij mij te hulp komen; worden de Ammonieten jou te machtig dan help ik jou.
Tobit 10,5 - 'Hoe heb ik het over mijn hart kunnen krijgen, mijn kind, jou te laten gaan, jou, het licht van mijn ogen!'
Ezechiël 38,17 - Dit zegt Jahwe de Heer: Over jou heb Ik vroeger al gesproken door mijn dienaars, de profeten van Israël. Zij hebben toen aangekondigd dat Ik jou tegen hen zou laten oprukken.
Evangelie volgens Lucas 17,36 - Toen de leerlingen Hem daarop vroegen: 'Waar, Heer?' antwoordde Hij hun: 'Waar het lijk ligt, daar zullen zich de gieren verzamelen.'
Job 15,11 - Is de troost van God je niet voldoende, zijn woord jou te min?
Job 39,26 - De havik wiekt op en vliegt naar het zuiden met brede slag - is dat een vondst van jou?
Job 40,27 - En hij maar om genade roepen, flemerige woordjes tot jou spreken?
Job 40,28 - Sluit hij met jou een akkoord om levenslang je vazal te zijn?
Jesaja 52,13 - Zie, mijn knecht zal slagen, hij zal oprijzen en hoog, zeer hoog verheven zijn.
Exodus 20,25 - Als gij voor Mij een stenen altaar bouwt, maak het dan niet van behouwen steen. Door de stenen met een beitel te bewerken, ontwijdt gij ze.
Deuteronomium 16,21 - Als gij een altaar bouwt voor Jahwe uw God, moogt gij daarnaast geen stuk hout plaatsen als heilige paal.
2 Samuel 7,7 - Zolang Ik met de Israëlieten meetrok heb ik nooit aan iemand gevraagd: Waarom bouwt gij Mij niet een huis van cederhout? Aan geen van de rechters van Israël, die Ik aangesteld had om mijn volk te hoeden.
1 Kronieken 17,6 - En heb Ik ooit, zolang Ik met Israël rondtrok, tot een der rechters die Ik als herders over mijn volk aangesteld had, gezegd: Waarom bouwt gij Mij niet een huis van cederhout?
Wijsheid van Jezus Sirach 3,14 - Want een weldaad, aan uw vader bewezen, wordt niet vergeten: wat de zonden afbreken, bouwt zij weer voor u op.
Wijsheid van Jezus Sirach 20,28 - Wie het land bewerkt bouwt hoge schelven en wie de gunst van de notabelen geniet kan het onrecht weer goedmaken.
Wijsheid van Jezus Sirach 21,8 - Degene die zijn huis bouwt met andermans geld is als iemand die stenen bijeenbrengt voor zijn graf.
Jeremia 22,13 - Wee hem die een paleis bouwt op een onrechtvaardige wijze en het optrekt in onrecht; die zijn naaste laat werken voor niets en hem zijn loon niet betaalt;